The southern kiwi road trip

Na onze Nederlandse reünie en het nachtbraken in Raglan reden we met onze Queen de geur van rotte eieren tegemoet en we kwamen aan in Rotorua. Deze geothermische stad ruikt dagelijks naar zwavel en wordt overstroomd door busladingen toeristen. Ondanks dat de geisers, mudpools en sulfurmeren er spectaculair uit moeten zien hebben we de grote (dure) toeristische attracties hier overgeslagen om door te rijden naar de mudpools die je gratis en voor niets ‘in het wild’ kon zien. Het gebubbel, en gestoom van de mudpools ziet er uit als een hete grijze oersoep van miljarden jaren oud en het geblubber werkt enigszins op je lachspieren. Op aanraden van onze Duitse reisgenoten uit Bay of Islands reden we naar Kerosine Creek. Een klein riviertje, een hotspring, waar je midden in het bos, als je maar ver genoeg door loopt helemaal alleen met je billen in het hete (soms net iets te heet) water kan zitten. Later sprong Leon en iets daarna ook ik (niet geheel vrijwillig) in een knalgroen warm meer. Het gifgroene warme water, dat aan de overkant zelfs stoomde, was zo’n gekke gewaarwording dat ik er eigenlijk vrijwel meteen weer uit wilde. Aan het eind van de dag was onze huid nog intact, onze kleren waren niet weg geschroeid, het armbandje om mijn arm was nog steeds (nep)zilver en we hadden geen bizarre uitslag op ons lijf. Ook al stonken we nog wel de hele dag naar eieren, ik denk dat het groene warme meer toch minder kwaad kon dan ik op dat moment dacht. DSC_7871-2

DSC_7828-2
Exploding mudpools

 

DSC_7949-2
The Green Lake
DSC_7906-2
Rotte eieren lucht en heet water @ Kerosine Creek

Lake Taupo en de Tongariro Crossing

Een paar dagen voordat we de Tongariro Crossing zouden gaan lopen kwamen we aan bij Lake Taupo. Dit is een circa 600 km2 groot meer in het midden van het Noordereiland en is daarmee het grootste zoetwater meer van Nieuw Zeeland. Het is een kratermeer dat 22.600 jaar geleden bij een gigantische uitbarsting van de Taupo vulkaan is ontstaan. We kampeerden op twee idyllische plekken direct aan het meer dat meteen als zwembad, douche en als afwasteil dienst kon doen.

DSC_8175_6_7_tonemapped-Pano-2-Pano-3
Lake Taupo
DSC_8121_2_3_fused-2
Lake Taupo met prachtige luchten
DSC_8080-2
Forel paradijs
DSC_8066-2
Ons dagelijks leven

 

’s Ochtends reden we in alle vroegte met onze Queen naar de parkeerplaats van de Tongariro Crossing. Bij aankomst zat er een groepje jolige tourguides te wachten op hun groep chinezen/toeristen. We raakten aan de praat en er werden natuurlijk de nodig grappen gemaakt over de ‘berg’ in Nederland van maar liefst 350 meter hoog. Uiteindelijk werden we van onze gene verlost door onze Maori Shuttle bus Chauffeur die ons naar het beginpunt van de track bracht. Onderweg kregen we een instructiefolder in onze handen geduwd over wat te doen in het geval van een vulkaan uitbarsting… Blijkbaar kwamen die uitbarstingen nog best wel eens voor. In 2012 vond de laatste uitbarsting van de Te Maari krater plaats. Er zijn nu nog twee actieve vulkanen op Mt Tongariro, de te Maari crater en de Rode krater. Ook Mt Ngauruhoe (onder Lord Of The Rings liefhebbers beter bekend als ‘Mount Doom’) is nog vulkanisch actief. Na de traditionele Maori-style inzegening met zang en onverstaanbare maar indrukwekkende preken van onze buschauffeur speciaal voor ons twee, verdwenen onze knikkende knieën en konden we met een gerust hart onder het toezicht van de Maori goden beginnen aan de crossing.

DSC_8526_7_8_fused-Pano-2
Tongariro crossing & Mt Doom
DSC_8225-2
Mount Ngauruhoe (= Mt Doom)

Na het doorkruisen van de donkere Mangatepopo vallei begonnen we aan een stevige klim omhoog. Eenmaal aan de voet van Mount Doom stonden konden we de verleiding niet weerstaan om deze ‘even’ te beklimmen als tussendoortje. Al snel kwamen we er achter dat er geen pad bestond maar dat we ons langs de oude lavastroom omhoog moesten manoeuvreren. Een pad van vulkanisch as waar je voeten in wegzonken of anders de scherpe, ruwe rotsen, uitgespuugd door Mt Doom in vroeger tijden. Niks geen bordjes of gecultiveerde paadjes, waar je het beste omhoog kon moest je zelf maar uitzoeken. Met handen en voeten al klauterend de berg op, steeds in een hoek van minstens 35 graden, zweetdruppetjes gutsten als rivieren van onze kop. Af en toe hoorde je een geruststellend “watch ooooooout, rooooooooooock!!!” als iemand per ongeluk een losse steen naar beneden liet rollen. Verstand op nul, uitkijken en gewoon door gaan. Het uitzicht dat bij iedere geklommen meter beter en mooier werd wat daarmee een goede stok achter de deur was om niet op te geven. Gruis werd steen en grijze stenen werden rode rotsformaties. Toen we de top hadden bereikt stonden we boven op de rand van de Rode Krater, het hoogste gebied van de Tongariro crossing. Het uitzicht hier is overweldigend, je waant je in een prehistorisch tijdperk, een dinosaurus zou in dit gebied niet misstaan. Het volledig dorre maanlandschap met de Emerald Lakes zorgen voor een mooi contrast tegen alle rode en grijze kleuren om je heen. De stomende gele berg met sulfur deposities naast ons maakte het plaatje compleet.

DSC_8283-2
Rokende rotsen
DSC_8272-2
Krater wand (zoek het mannetje)

En toen kwam de weg naar beneden, of nee, het gruis waarover je naar beneden kon. Léon als een kamikaze naar beneden rennend, Marleen met ‘spaghetti’ benen iets voorzichtiger naar beneden. Het beste kon je jezelf maar door de zwaartekracht en steile hoek van de berg naar beneden laten roetsjen en al rennend en glijdend de berg af sjezen.

Beter dan dit kon het niet worden, dachten we. Totdat we 2 uur later op een ander uitzichtpunt kwamen waar we uitkeken over de gifgroen en turquiose meren. De natuur lijkt hier op maanlandschap en is bizar mooi met de meest vreemde kleuren en stomende kraters. Wat betreft de finale van de crossing: de laatste loodjes wegen het zwaarst. Of het nu kwam door onze side trip naar Mount Doom, het overweldigende en daarmee ook afleidende landschap waar we doorheen liepen of de totale miscalculatie van het aantal kilometers dat stond weergegeven op de borden; de laatste 5 kilometer leek echt uren te duren. Zigzaggend over de nette weggetjes, zoals alles goed onderhouden is hier in Nieuw Zeeland, gingen we richting de parkeerplaats die maar niet dichterbij leek te komen. Hoe dan ook, eenmaal aangekomen bij onze Queen hadden we meer dan genoten van deze wandeltocht. Bijna 10 uur lang en volgens de iPhone Health app 321 verdiepingen en ongeveer 40000 stappen verder, trakteerden we onszelf die avond op een portie goede Fish en Chips en op een stiekeme douche bij een nabij gelegen camping. Met onze zware benen en voeten vielen we die nacht als een roos in slaap op onze eigen favoriete lonely freedom campsite aan Lake Taupo. Daar waar de forellen onder je door zwemmen, het water kristalhelder is en de Tui met luid kabaal rondvliegt tegen de achtergrond van het Tongariro massief. Tijd voor een nachtrust in ons huis, onze Queen.

DSC_8588-Pano-2
Emerald Lakes

Sue and her passionfruit wine

We reden door kilometers kurkdroog Nieuw-Zeeland naar Bulls. “Why would you go to Bulls of all places? There is nothing in Bulls.” Bulls is inderdaad een ongebruikelijke plek om als reiziger/backpacker naar toe te gaan. Het dorpje bestaat uit een aantal landwegen en een Logging Factory. Léon en ik hadden echter een goede reden om hier een tussenstop te maken voordat we naar het zuidereiland vertrokken. We hadden in China een week opgetrokken met Sue en Hayden. Sue, de moeder van Hayden had ons destijds uitgenodigd om bij haar langs te komen in Nieuw Zeeland. Sue is een hartelijk, open-minded en vrolijk mens. Dus natuurlijk gingen Léon en ik bij haar op bezoek. Na het afleggen van enkele kilometers landweg kwamen we aan bij haar huis dat werd afgeschermd door “a rather unusual fence” (aldus Sue). Een zelfgemaakte schutting vol versiersels, creatieve verf uitspattingen met hier en daar een chinees gezicht. Een kleurrijk, kinderlijk maar vooral heel vrolijk geheel. Sue en Arthur woonden inmiddels al bijna 20 jaar in dit bescheiden landhuisje. Het huis is omgeven door een grote lap grond. Dat Sue en Arthur tijd hebben en groene vingers hebben was aan de hele tuin te zien. Passionfruit trees, avocadobomen, appelbomen, aardbeien, Aloe vera, het gras perfect gemaaid… Een ordelijk geheel binnen een grotendeels wilderig terrein. Op de veranda stonden een 10-tal oude bus stoelen die fungeren als buitenbank. In het uitzicht over de tuin was de enorme oude blauwe schoolbus niet te missen. We dronken die avond van zelfgemaakte passionfruit wijn, die erg goed smaakte. In geuren en kleuren vertelde Arthur over hoe ooit een koe in de vijver viel. Hierdoor ontdekten ze dat ze überhaupt een grote vijver hadden. Na de gevallen koe besloot Sue vervolgens in een kleine rubbere band, gewapend met een kapmes de hele vijver bloot te leggen. Het moet er hilarisch hebben uitgezien, deze kranige dame in een rubberbootje door het water te zien manoeuvreren.

We aten voor het eerst sinds maanden weer een home-cooked meal (bijna zo lekker als het stoofvlees dat mijn ouders altijd voor me maken als ik thuis kom eten) en leerden een nieuw kaartspel: Bolivia (een ingewikkelde vorm van Canasta). Arthur is een bijzondere man, vrij direct, filosofisch en vol wijze levenslessen. De avond ging vlot voorbij en Léon en ik verheugden ons op een nachtje in een ‘echt bed’ in de grote bus. ’s Nachts aangekomen in onze nieuwe slaapplek werden we bij het optillen van het kussen verrast door een groot nest met spinnen en we merkten dat eigenlijk de hele bus vol met beesten zat. De muggen en het insect dat knagende geluiden maakte onder mijn kussen en later boven op mijn arm sprong droegen voor mij niet echt bij aan een goede nachtrust. Léon, in zijn strak aangetrokken mummy slaapzak had duidelijk nergens last van. De volgende ochtend vertrokken we met een fles passionfruitwine en marmite (tegen de muggen) richting Wellington.

DSC_8710-2
Sue & Arthur
DSC_8702-2
De spinnennacht

Chillen @ Wellington

Hoe basic ons hotel ook is, des te groter het genot van een echt bed en een echte douche. 10m2 is genoeg voor dit kleine beetje geluk in misschien wel de meest leefbare stad die ik ken. De havenstad Wellington, de poort naar het Zuidereiland is onze laatste etappe van het Noordereiland. Een etappe die we maar meteen met 2 dagen hebben verlengt. De hippe barretjes die in de oude dokken zijn gemaakt met de frisse Nieuw-Zeelandse witte wijn en craft beers zijn voor ons de plek om even stil te staan. De baai waar de eagle rays op een paar meter van de oever langs zwemmen, of zelfs op de onderwatergelopen trappen liggen te chillen, de overheerlijke barista koffie en de barber die eens wat orde in mijn baard en haar bracht. Zoals een echte barber dat hoort te doen. Of een dag chillen in het park met lekker brood, een bak humus met wortels en Maori muziek inclusief de wereldberoemde Haka tijdens Waitangi Day (een van de nationale, Maori, feestdagen ter ere van de onafhankelijkheid van Groot-Brittanie op 6 februari 1840). Goed eten na een maand campingmaaltijden en chillen in de avondzon met een glas witte wijn. Een paar dagen relatieve luxe in een van de meest ontspannen steden en sfeertjes die we op onze reis hebben gehad. Misschien wel een stad om een tijdje te wonen en werken? Aantrekkelijke gedachte nu. Genoeg voer om over te filosoferen en dromen.

DSC_8718-2
Wellington harbour
IMG_7571
Shark attack
DSC_8948-Pano-2
Wellington

De ferry naar Picton, een paar uur lang de oceaan en Tasmaanse zee afturend naar walvissen en dolfijnen, omlijst de overgang naar de volgende etappe in ons (Nieuw Zeelandse) avontuur:

Trippin’ & Tramping: The South Island Road Trip

DSC_9963-2
Tramping
DSC_0514_5_6_tonemapped-2
Road trippin’

Abel Tasman National Park

De laatste zonnestralen beschijnen de rotsblokken voor me in de zee. Tegen een achtergrond van bergschimmen van het Noordereiland. De nu kalm kabbelende golfjes en de roep van een scholekster doorbreken de stilte. Een verlaten kano ligt nog op het goudkleurige strand dat verderop overgaat in de bos zoom met ons tentje dat uitkijkt over de drooggevallen baai. Zo idyllisch als het klinkt is het ook. Ware het niet dat ik de verschrikkelijke sandflies uit het verhaal heb gelaten. Kleine, zwarte, geniepige bijtertjes. Dit is Abel Tasman National Park. 5 dagen op stap. Vandaag de 2e dag kajakken achter de rug. Door de Noordooster wind waren de golven aanzienlijk. Af en toe een horizon die verdween en dus kan je over enige woeste baren wel spreken als je het mij vraagt. Op een paar honderd meter uit de kust lag Pinacle Island. De chillplek voor familie zeehond. Baby zeehondjes en volwassen zeehonden die op vis jacht waren. Makkelijk te benaderen in onze zeekajak. Net zoals de verschillende aalscholvers werden we stoïcijns aangestaard. Vreemde vogels. Morgen dag 3 met een halve dag kajakken en halve dag trampen.

DSC_9660-Pano-3
Mosquito Bay (met alleen sandflies)
DSC_9265-2
Kayak-Girlpower
DSC_9472-2
New Zealand Fur Seal gezelschap
DSC_9773
Kinderdagopvang voor NZ Fur Seals

Wakker worden met uitzicht over het estuarium is een genot. Zo mooi als het gister al was, is het vandaag ook weer. De zandbank met middenin een klein eilandje die zienderogen met de opkomende zon volstroomt met de zee. Het eiland wordt langzaam maar zeker omsloten. Voordeel, nu geen 200m lopen met een loodzware kano om weer zeewaards te kunnen keren. 10m slepen, insnoeren met de spatschermen, liters zonnebrand en weer op weg. Ook ditmaal laten de New Zealand Fur Seals zich zien. Zelfs een ware nursery. Een soort poel tussen de rotsen van een eilandje met zo’n 10 baby zeehondjes die met elkaar aan het spelen en het ruziën zijn. Geen volwassene in de buurt. Onbekommerd komen ze dan ook richting onze kajak, uitzoeken wat voor vreemdelingen in hun kleurrijke kajak langsvaren. Met spiegelglad water een heerlijke dag om rustig door de baaien en langs de eilanden rond te peddelen. Soms aanleggend op een goudkleurig zandstrand voor lunch, een frisse duik of om het overtollige water uit de kajak te laten.

DSC_9325-2
Kayakking Abel Tasman NP
DSC_9610-2
Jump-for-joy

Onetahuti is de eindbestemming van de kajaktocht. Backpacks eruit, volstouwen met onze camping gear, lading eten, bergschoenen en peentjes zwetend door de avondzon om de heuvelruggen door het subtropische regenwoud. Vol met gigantische boomvarens en vele andere bijzondere bomen, planten en vogels met de meest ingewikkelde Maori namen. Af en toe wijkt het bos om een prachtig beeld van woud dat tot aan de zee rijkt te laten zien op rotspunten die de kalme goudkleurige baaien in blakend zonlicht laten zien. Lichtblauw zeewater in vele tinten. Het lijken tropische stranden.

DSC_9917-Pano-2
Abel Tasman National Park
DSC_9877-2
Tramping Abel Tasman
DSC_9893-2
Typisch uitzicht over Abel Tasman NP

De nacht zou echter brak worden. Grijze luchten van de zoemende muggen rond de tent, een continu wakker houdend gezoem. Dat bijna het heftige braken van onze overbuurman met mossel voedselvergiftiging overstemt. Bijna dan. Iedereen vanaf 19.30u al in zijn tent om de muggeninvasie te ontlopen. Gelukkig begon de dag vroeg, of eerder gezegd was de nacht kort, omdat we met laag tij de drooggevallen baai over moesten steken. Toch nog bergschoenen uit om het water door te lopen dat de baai al was ingestroomd. Marleen opgetild en mee het water overgenomen, te veel blaren en pleisters om met blote voeten het water door te gaan. Een dag lang in de verzengende hitte trekken met minimaal 10kg bagage die bergopwaarts wel als 20kg aanvoelde. Des te groter was de beloning toen we in Mutton Cove aankwamen. Onze campsite voor de nacht. Op een verhoging, uitkijkend over weer zo’n prachtige baai geflankeerd met ruige rotsen. Enkele tentjes slechts, een kristalheldere nacht met de melkweg en het Southern Cross dat de zee en het kampvuur van de buren in wit licht deed baden. De perfecte plek voor bezinning en je te laten wekken door de opkomende zon die zijn stralen je tent in priemt. En vooral, geen mug of sandfly te bekennen hier!

 

DSC_9942-2
Marleen ‘the princess’ over het water helpen
IMG_7656
Mutton Cove
DSC_0005-2
The Southern Cross

De laatste dag van onze Abel Tasman ervaring bracht ons een goed weerzien met Doni & Karin. Onze reisbuddies uit de Filippijnen die relatief onverwacht ook dit gebied van Nieuw Zeeland aandeden. Een dag bijkletsen, wandelend naar de uiterste punt van het nationale park, alvorens we de watertaxi terug konden pakken we en naar Nelson reden.

DSC_0016-2
Officieel Separation Point, maar voor ons Reunion Point

Nelson

Een kort bezoek aan Nelson, om daar samen met Doni en Karin gezellig te kamperen op een parkeerplaats middenin de stad. We trakteerden onszelf op een goede fles wijn en super-size pizza, net zoals we dat in de Filippijnen ook hadden gedaan bij Angelica’s. We hadden veel om bij te kletsen en het was meteen weer als vanouds. De avond vulde zich met onze typische discussies en we speelden véél potjes ‘Sevens’. De volgende ochtend verkenden we het stadje en op de lokale markt genoten Doni Leon en ik van een heerlijke sterke kop cappuccino, verrassend goed klaar gemaakt door de meest ruige Barrista (blonde vrouw, jaar of vijftig, zo te zien genoten van het leven, onder de tatoeages, praatjes voor 100). Leon kocht er een gitaar met 5 snaren (niet wetende dat we nergens meer een winkel zouden treffen waar ze snaren verkopen, en niet wetende dat er uiteindelijk maar 3 snaren het zouden overleven.. van gitaar spelen is het dus uiteindelijk niet gekomen… maargoed het was leuk geprobeerd) We zeggen Doni en Karin opnieuw gedag en vervolgen ons eigen pad richting de oostkust. 

Kaikoura Coastal trek

Léon en ik hadden wild-life honger en boekten daarom een wandel-/huttentocht langs de kust van Kaikoura: de Kaikoura Coast Track. Hier zou veel wildlife (pinguïns(!!!), walvissen, zeeleeuwen, zeehonden en albatrossen) te zien zijn. Ietwat gaar van onze nachten in de Queen (die je ’s ochtends gerust een oven, Hotpot of Turks stoombad kan noemen) keken we ook uit naar de twee nachten in een ‘echte’ kamer en een ‘echt’ bed. Bij aankomst werden we ontvangen door de landeigenaren en ontmoetten we onze nieuwe ‘huisgenoten’. Twee stellen tussen de 55 en 70. Een interessante mix van mensen, maar allemaal goed-spraaks en ‘gezellig’. Overdag was het ieder voor zich met het wandelen, maar ’s avonds zaten we gezellig met zijn allen aan tafel om te eten, te kletsen, te borrelen. De interessante discussies vlogen je om de oren.
De eerste dag wandelen voerde ons over het verlaten stuk strand langs prachtige kliffen, versteende bomen, uitzicht tot aan de horizon voor en achter je en geen mens te bekennen. Het strand bestond uit pebblestones in alle soorten en maten. Het uitgestorven en uitgestrekte strand was een goede locatie voor een goed gesprek en de soms hoognodige momenten van reflectie. Misschien was het daarom dat er midden op het strand opeens een (Freudiaanse) bank was neergezet. Tijdens een pitstop op deze bank werden we met het eten van een broodje kaas vergezeld door een grote zeehond die ongegeneerd naast ons neer plofte en wat verwarming zocht in het zwarte zand. Waar wij eerder de verkoeling zochten in de verzengende hitte. En over wildlife verder ook geen klagen met de een steeds 3 Hector dolfijnen die met ons mee bleven zwemmen, vlak uit de kust. Jammer genoeg was de zee te ruw om door de branding heen te komen en met ze mee te zwemmen.

De rest van de tocht voerde ons over de heuvels, landbouw velden en door een dicht bos dat soms als een heus oerwoud aandeed. De volgende dag liepen we weer door een heel ander gebied, het uitzicht bleef mooi, nu iets meer een omgeving als in de Franse alpen.

 

DSC_0124-2
Kaikoura Coastal trek
DSC_0190-2
Eeuwenoud versteend bos
DSC_0250-2
De Bank @ the middle of nowhere
DSC_0331-2
Het bankgezelschap
DSC_0509-2
De Kaikoura trekking

 

The wild west coast & glow worms @ Charleston

DSC_0551-2

It’s raining men, hallelujah, it’s raining men. Amen.

Dat kan je wel zeggen. Zodra we de watermassage en uren badderen in de stinkende hot springs van Hanmer Springs hebben verlaten, breekt de hel los. De Queen vecht zich geduldig door de regenbuien en de Lewis bergpas naar de ruige westkust. En ruig is het zeker. De regen geselt onze koningin en de rotspieken, kliffen en opstuivende woeste Tasmaanse zee, verlicht in een laag licht van oranje met diepdonkere grijze wolken geven een prachtig onheilspellend welkom aan deze nieuwe westelijke kant van het eiland. We besluiten na een paar uur zoeken om onze auto net achter het duin te parkeren zodat het nog iets beschutting heeft tegen de horizontaal langskomende regen en opgewaaide zeedruppels. De stranden liggen vol mot rotsen en aangespoeld hout. Zoektochten naar (blauwe) pinguins zijn zinloos, aangezien de zee zelfs voor hen te ruig is om aan land te komen. We hoopten dat het wel over zou waaien met een dag of twee. Jammer genoeg niet dus. Dit weerhield ons niet van ons plan om Charleston te bezoeken. Waarschijnlijk 30 permanente bewoners telt die oude goudzoekers stadje. Destijds tienduizenden. Maar de dagen van de gold rush zijn hier voorbij. Behalve dan dat er opmerkelijke grotten te vinden zijn. Een beetje droge ochtend geeft ons net de ruimte om georganiseerd de grotten te verkennen. Prachtige stalagmieten, stalagtieten, apple crumble caves (kristallen door de passerende lucht die daadwerkelijk op een smakelijke apple crumble leken) en giraffe patronen die de wanden bekleden. In onze driedubbele wetsuits worden we met een leuke groep door het uitgebreide grottencomplex geleidt met onze ‘tubes’ (vrachtwagen binnenbanden), om uiteindelijk in een daadwerkelijke climax op onze tube door het ijskoude water af te drijven naar de rivier. In het pikkedonker (en ja, nu weet ik wat echt pikkedonker is), drijven we door een gangenstelsel terwijl boven ons de grothemel helder verlicht met ontelbare sterren. Glowworms die het plafond met prachtig wit-blauw licht verlichten als een ware sterrenhemel. Minutenlang schouwspel dat je alleen in stilte, langzaam omlaag drijvend kan aanschouwen. Er was een oeoeoeo en aaaa moment voorspeld. En het was daadwerkelijk waar.

Eenmaal aangekomen bij de uitgang van het grottencomplex wachtte de diepdonkerbruine rivier die omgetoverd was in een veelal een witte watermassa. Niet hoog en heftig zoals in Nepal met Jules, maar avontuurlijk genoeg om met onze kikvorstwanten door de stroomversnellingen te laten afzakken naar onze eindbestemming. Hilarisch was natuurlijk de iets te zware Chinees die ondanks alle voorlichting en waarschuwingen, toch vast kwam te zitten in het midden van de rivier. Na China had ik enig begrip, maar een goede grijns kon ik vandaag niet achterwege laten.

6-3
Ons Tubing & Caving gezelschap
13-3
De glowworm caves
25-3
Shiny in a wetsuit

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s