Whale sharks @ Padre Burgos
Een speciale dag vandaag. Na afgezakt te zijn van Manila naar Tacloban, het ooit zo vernietigde Tacloban, zijn we aangekomen in zuid-Leyte: Padre Burgos. Een lange, voor Marleen vooral misselijke, reis in jeepneys en overvolle bussen. Het doel: duiken en vooral Whale Sharks!

Op aanrader van 2 medereizigers JM & Sophie was dit The place to be voor Whale Sharks. Duiken met de walvishaaien is jammer genoeg verboden, maar dit was wel de plek om ze enigszins op een natuurlijke manier te zien. Dat wil zeggen niet zoals in Oslob waar ze gevoerd worden, met netten in de baai gehouden worden en er ‘en masse’ bangka op invaren en mensen er zo goed als bovenop droppen.


Na een eerste duik met de meest prachtige en gezonde koralen die je maar kan wensen als duiker, beschermt door een onderzoeksinstituut, volgde de zoektocht naar de walvishaaien. Urenlang en heel veel kilometers zee verder. Samen met de locals die in hun 1-persoons bangka meezochten terwijl ze steeds overboord leunden en met hun goedkope duikbrillen onder water tuurden. Ineens een rugvin vlakbij de boot. Als idioten springen we het water in met finns en duikbril om zo hard mogelijk zwemt bij de walvishaai te komen. Een glimp… Maar hij is alweer de diepte in. 10 minuten later is het wel jackpot. Een volwassen walvishaai van ongeveer 8m cruised rustig op zo’n 5m diep onder ons door. JM en ik zwemmen om het hardst om als eerste er bij te zijn. Met hartslag 180 tegen de stroming in. Het lijkt de walvishaai geen moeite te kosten. De diepte in duiken lukt amper aangezien we buiten adem zijn. Het grote wit gestipte grijze monster met zijn enorme staart glijd door het water. Machtig! Machtig mooi! De ooo’s en aaa’s eindigen in een berg bubbels via onze snorkels. Ruim 10 minuten laat hij ons gezelschap meezwemmen om uiteindelijk als grijze schim, met twee krachtige staartslagen in de verte te verdwijnen. Wat een dag!



Motortripping Bohol
Na non-stop duik ervaringen in Padre Burgos, nu genieten van de natuur boven de zee. We sliepen in eenvoudige bungalow aan een van de mooie baaitjes in Anda. Dap-Dap, is een Filippijns gerund bungalowpark. Er viel niet veel te beleven want het zag er enigszins uitgestorven en afgeleefd uit. Maar het uitzicht over de baai en de zee maakte alles goed. Over vulkanisch (hard en scherp) gesteente kon je naar het hoogste punt boven het water klimmen voor een nog betere view. De rust was soms beklemmend. Ik merkte dat ik hier juist een beetje onrustig van werd. Nog te veel gewend aan de Chinese hectiek en het continu in de weer zijn tijdens onze duikdagen. Maar door de mooie zonsondergang en een heerlijke avond viel onder het genot van een biertje alles op zijn plek en tot rust.

Op een afgeragde crossmotor begonnen we de volgende dag aan onze Bohol toer. Een stuk door de binnenlanden maar grotendeels reden we langs de kust. Af en toe een ommetje, langs bijvoorbeeld een kerkhof waar de grafstenen met golfplaten hutjes werden beschermd tegen de zon en de regen. Flesjes bier van vrienden en familie die hier het leven hadden gevierd lagen verspreid over de smalle paadjes, kriskras door alle graven. Tijdens onze toer kwamen we regelmatig langs de groene rijstvelden waar Filippino’s nog tot laat aan het werk waren. Aan het eind van de middag maakten we een stop bij een lokaal winkeltje langs de weg, een hutje van 2×2 meter (ik denk dat er in de Filippijnen duizenden van deze winkeltjes zijn hutjes van hout en kippengaas. Ze verkopen chips, losse snoepjes, zakjes waspoeder, losse sigaretten, soms wat bananen en oude witte zoete broodjes…). Er was niemand aanwezig maar na wat geroep kwam er een meisje aangelopen van een jaar of 14. Ze verkocht ons twee flesjes koude cola die ons op deze typisch warme dag heerlijk smaakte.


Tijdens deze stop werden we al snel opgemerkt door de kinderen uit het dorp. Al giechelend kwamen ze dichterbij maar renden steeds snel weg wanneer ik met mijn camera hun kant op kwam lopen. Na wat grapjes en gelach was het ijs gebroken en mocht ik tientallen foto’s van ze maken. Het werd een groot spel. De één blijft verlegen en wil niet op de foto, de ander houdt trots haar broertje op haar arm voor de camera en de ander is koning in poseren. Als vierjarige kroop hij steeds vlak voor de camera in een heel typisch stoere Filipijnse pose. Alsof hij 20 jaar oud is, hand vlak voor de kin en met een grote tandenpasta smile. Na de fotoshoot was het weer tijd om te gaan. Uitgezwaaid door alle kinderen en zelfs ook de ouders uit het dorp. We reden steeds verder omhoog via kronkelwegen. Op de meest onmogelijke plekken stonden huisjes langs de weg gebouwd. Regelmatig ruik je de geur van verbrand hout of afval, een heel typische en zeker niet onaangename geur. Toen we aan de andere kant van de berg begonnen te dalen was het landschap anders, niet meer droog maar groen en vol bloemen. Langzaam begint het te schemeren en wordt het frisser, met een extra dot gas rijden we door sluimerende dorpjes snel terug naar huis.


In Loboc dalen we later letterlijk meer dan honderd treden af en komen we kletsnat bezweet aan bij de Nuts Huts. Léon wordt aangesproken door een van de werkneemsters die hem herkent van de keer dat hij hier 11 jaar geleden ook was. Nuts Huts ligt op een steile heuvel boven aan een rivier. Met een klein bootje worden we aan de overkant van het water afgezet en wandelen we enkele uren door het midden van de jungle. Het was soms gokken welke kant we op moesten. De bordjes die er zouden moeten hangen leken te zijn weg gehaald of wel heel schaars te zijn verspreid. Maar gelukkig bleek het nogal lastig om te verdwalen.
De volgende dag toerden we met een 200 cc motor over het meer toeristische deel van het eiland. Hoezo motor rijexamen? 5 minuten instructies waar de koppeling, de rem en het gas zit, en off you go. Op weg naar een sanctuary op zoek naar de Tarsiers. Vreemde kleine knuffelbare Gremlin achtige diertjes die zo in je handpalm passen. Overdag zijn ze inactief, ’s nachts des te actiever. De ogen van een Tarsiër zijn groot, blijkbaar zelfs 150 keer groter dan mensenogen in verhouding tot hun lichaamsgrootte. De friemelig smalle lange vingertjes en teentjes maken dit bizarre pluizige beestje compleet.


We vervolgden onze toer naar de Chocolate Hills loop. De Chocolate Hills zijn kegelachtige bergen die in de droge maanden donker bruin lijken door al het uitgedroogde gebruinde gras. Lokaal wordt geloofd dat de bergen gevormd zijn door de tranen zijn van een reus met liefdesverdriet. Toen wij er waren ging de reus in ieder geval flink tekeer met zijn gehuil want eenmaal op het uitzichtpunt kwam het met bakken uit de lucht.


The Last Dive
Het is onze laatste bestemming in de Visayas, alvorens onze reis via Manila en Jimmy zich verplaatst naar Nieuw-Zeeland. Het kon een groot succes worden of een grote flop. Alona Beach en Balicasag Island. Het leek wel alsof alle toeristen die in de Filippijnen waren neergestreken waren op deze peninsula. Overal white-asses zoals Stephen zou zeggen. En opmerkelijk veel Duitsers. Een klein kamertje met een fan op 100m van dit toeristische strand als uitvalbasis om naar Balicasag te kunnen voor duiken. Op aanraden van JM en Sophie. De permits voor het duiken daar werden over de duikscholen verdeeld, dus na een tijdje zoeken gelukkig toch nog een goedkope en geschikte duiktrip kunnen regelen. Vanaf het snikhete witte zandstrand de bangka op naar het ieniemie eilandje voor de kust van Bohol. En wat voor duik het weer zou worden. Je gaat op een gegeven moment superlatieven tekort komen. Dachten we dat de Moalboal Sardines Run iets speciaals was. Dan was de tornado van de 30-50cm grote Jackfish al helemaal een bizarre gewaarwording. Langs de stijle wanden van het onderwatergedeelte van het eiland, die de diepte in duiken cirkelden de Jackfish met zijn honderden, waarschijnlijk duizenden in het rond en zelfs om je heen. Wachten totdat ze de zilveren reef-runners met hun bizarre open monden konden aanvallen onder het wateroppervlak. Een prachtig einde van het Filippijnse duikavontuur.

Marleen kreeg er nog een snoepje bij. Op verzoek van de Japanse bootgenoten, model staan voor een mermaid-suit. Een zeemeerminnen pèkske dat niet misstaan had met carnaval. De nieuwste hype in Japan, en wie kan er dan beter model voor staan dan de knappe blonde Marleen op een tropisch, parelwit zandstrand met turquoise zee als achtergrond. Het had in ieder geval een hoop bekijks.



May the force be with the Philippines
Nog een paar dagen Manila om voor een tijdje weer goed af te kicken van de Filippijnen. Met een heerlijk weerzien met Julie en de andere van Commed Foundation (de stichting via wie ik vrijwilligerswerk heb gedaan 11 jaar geleden). Een lezing over de mensenrechtensituatie in het land deed je oren weer openen en je ogen doen rollen over de misstanden die er nog steeds heersen. Misstanden die je als toerist niet snel ziet. Een band met Commed die al 11 jaar sterk is, en nog immer sterk bleek. En een uiteindelijk late-night diner en Star Wars Episode VII bezoekje met Jimmy en Amanda. Net zoals 11 jaar geleden om ook dit hoofdstuk in onze levens af te sluiten. Een hoofdstuk dat na een dag ploeteren en zwoegen door snikheet en smelly Manila ook klaar is om gesloten te worden. De hunkering naar een beetje Westerse omgeving is sterk. De Westerse force is nearly with us. Gelukkig zien we Jimmy en Amanda snel weer terug als ze gaan trouwen… Ik kijk er al naar uit.

Wat een prachtige mooie fotos en wat een heerlijk verhaal! Met enige gezonde jaloezie heb ik ik het doorgelezen 🙂 Leuk om op deze manier via de email op de hoogte te kunnen blijven van al jullie avonturen samen. Groetjes, Martijn
LikeLike
Dit is een uitstekende manier om jullie blog bij te kunnen houden, Leon en Marleen! Nu word ik per email op de hoogte gehouden en kan ik jullie verhalen mooi bij houden. En wat een fantastische verhalen 🙂 Met enige, gezonde jaloezie ben ik ze aan het lezen. Geniet van jullie mooie trip samen. Groeten, Martijn
LikeLike