De Zijderoute

De zijderoute – Het begin, Xi’an.

De hoofdstad van weleer. Bakermat van vele dynastieën en voor mij, Leon, een langverwachte droom die in vervulling gaat. 10 jaar geleden geïnspireerd geraakt door een artikel over Marco Polo’s zijderoute in een blaadje van National Geographic. Toen net niet met een 4×4 de route van West naar Oost gereden met Ralph, maar naar de Filippijnen gegaan. Nu dan alsnog de start van de eeuwenoude Zijderoute. Van Oost naar West. Een route van handel, culturele uitwisseling, religie en contacten met nieuwe werelden en nieuwe oorlogen om erover te voeren.

We zijn aangekomen in Xi’an. Niks doet denken aan een eeuwenoude handelsstad en hoofdstad van oa het Ming keizerrijk. Weer treffen we de kiwi vrienden waarmee we afreizen naar het centrum. Een hele ervaring om in een overvolle metro naar het centrum te komen. Met onze rode en blauwe Ospreys staan we tegen de wanden aan genageld en makkelijke prooi voor de jonge twintigers die hun Engelse woordjes en smartphone-fototoestellen op ons willen botvieren. Een boeiend, basaal gesprek ontplooid. Ontdekkend wat zij doen, variërend van engineering tot soort van high-school. Zinnetjes in het Chinees met Engelse vertaling die snel op papier gekrabbeld worden als hulp voor ons. En met name de vele foto’s en poseren met al die twintigers. “Nihao!”

Na een worsteling de metro uit treden we de lange glanzende tunnels van het hypermoderne, marmere metrostation in. Na de zinloze routinecontroles door scanapparatuur en metaaldetectoren komen we weer in de hussle-bussle van een miljoenenstad terecht. Een grote boulevard met de grote winkelmerken erop. De warmte, hitte en smog verwelkomen je weer. Een zoektocht naar ons hostel, Han Tang House, leidt ons door eindeloze straten met winkeltjes voor smartphones en toebehoren. China Unicom, China Mobile, Apple, Huawei, Xiaomi, zij zijn allen om de paar meter vertegenwoordigd. Niks doet denken aan een eeuwenoude stad. Dit is de nieuwe zijderoute. Electronicaketens van West naar Oost. Misschien het electrofietsje met metalen kookpaneel op de straathoek waar Chinese hamburgers en overheerlijke wonton soep worden gemaakt dat nog wat oud Xi’an laat zien. Ten minste, de geuren van koriander en chili doen je er over fantaseren. Het helle hallogeenlicht boven de geknutselde eetmobiels brengen je echter weer snel in het hier en nu.

En toch, te midden van het geweld van een ontwikkelend China, de oude drum en belltowers omgeven door wolkenkrabbers en functionerend als mega rotonde voor het chaotische verkeer van deze wereldstad, is er toch het China te vinden zoals het romantische plaatje wil doen geloven. De islam doet nu echt haar intrede. Overgekomen in vroeger tijden uit het midden-oosten, waarschijnlijk via de zijderoute. Een straat in hartje Xi’an. Zo druk dat je je kont amper kan keren. Maar een mengelmoes van Chinees en Arabisch is in alle standjes terug te vinden. Honderden standjes met lekkernijen zoals je die alleen in het buitenland kan vinden. Tientallen kraampjes waar spiesen met lam geroosterd worden boven hete kolen. Met tientallen tegelijk. Ventilatoren die de dampen die hoogte en de straat inblazen. Een damp van geuren en witte rook vult het straatje. Schreeuwende en smekende verkopers proberen je aandacht te trekken. Gooien een sliert van suikerwaar om een haak aan het kraampje, trekken het als een elastiek 3 meter uit om het ritueel keer op keer te herhalen voor de Chinese en buitenlandse toeristen. Tussen de BBQ-kraampjes en lekkernijen door steek af en toe een kraampje met felrode granaatappelen af. Ter plekke geperst tot grenadine. Je loopt er tussendoor en bent slechts overweldigd door de vele geuren, vele geluiden, vele schreeuwende neonlampen en nog veel meer van de mierenhoop van chinezen. Ik denk niet dat we veel meer hebben gesproken dan “it’s so crowded here”.

DSC_9737 DSC_9850

Het terracotta leger

Qin Shi Huang, de oude Chinese keizer die twee duizend jaar geleden leefde kan zeker enig narcisme verweten worden. Maar misschien gelukkig maar, want hij heeft hiermee een indrukwekkend leger van terracotta soldaten achtergelaten om hem bij te staan in zijn hiernamaals.

We zijn weer op stap met de Jersey Girls, Sophia en Kerri, die we weer tegen het lijf zijn gelopen. Ook zijn bleven in hetzelfde hostel in Xi’an en gewapend met onze GoPro en onder de leiding van weer een kleine Chinese tourguide een georganiseerde busrit ondernomen naar deze archeologische schat. Een rit die ons langs weer tientallen identieke wolkenkrabbers leidt. Tientallen wolkenkrabbers met een chinees-communistisch uiterlijk waarvan de meeste onbewoond zijn en zodoende spooksteden creëren. Stille getuigen van de Chinese groei en bouwdrift. Tussen deze wolkenkrabbers door verrijst een heuvel in de verte. De nog niet uitgegraven tombe van dezelfde Chinese keizer. Het verhaal gaat dat er een rivier van kwik door de tombe stroomt. En inderdaad zijn er kwikconcentraties gemeten in de heuvel van 100x de normale waardes. De techniek zou er nog niet zijn om de tombe te openen. Of er schuilen nog andere argumenten of geheimen in de tombe die de Chinese overheid heeft weerhouden van het openen van de tombe. De nalatenschap van Qin Shi Huang is er in ieder geval wel een van wereldformaat. 3 ‘pits’ die sinds 1974 zijn ontdekt en langzamerhand uitgegraven worden. Naar schatting 6000-8000 terracotta soldaten die er in rijen staan opgesteld als leger van de Chinese keizer. Elke soldaat, boogschutter, ruiter en generaal in eigen ornaat en met ieder een uniek uiterlijk. Door de zuurstofblootstelling zijn jammer genoeg de kleuren verdwenen, maar het is een indrukwekkend schouwspel van zilvergrijze en zwarte, mensgrote poppen. De slaven die de soldaten hebben gemaakt zijn allen ten onder gegaan met het creëren van het leger. Zij, de architecten en aannemers moesten het geheim letterlijk mee het graf in nemen. Maar niet voordat diezelfde slaven zichzelf hadden vereeuwigd met kopieën van hun gelaten op de terracotta soldaten.

Tussen alle Chinese toeristen en klikkende camera’s door krijg je een beetje een indruk van de pracht en praal die de Chinese keizerrijken van destijds moeten zijn geweest. En van het indrukwekkende eindpunt van vele zijderoutes.

DSC_9802

Van geel naar geel naar rood naar zwart zand 

De rit is vandaag begonnen in geel zand. Vanuit de zandduinen van Dunhuang waar we de afgelopen nacht hebben doorgebracht. Fijn geel zand dat nog tussen mijn tanden knarst en een zacht kussentje in mijn schoenen heeft achtergelaten. We hebben dit fijne, droge, gele zand achtergelaten om met 15 man opeengepakt in een mini-busje koers te hebben gezet naar Liuyuan. 3 uur verder om ons juiste treinstation te bereiken. Okerrode heuvels trekken aan ons voorbij met tinten van groen, blauw en oranje die aangeven hoe metaal- en mineraalrijk deze heuvels waarschijnlijk zijn. Een mooi beeld terwijl het bloed uit mijn benen wordt geduwd door onze twee backpacks die ik krampachtig probeer tegen te houden zodat ze niet over me heen vallen. De oude dame naast me probeert steevast een gesprekje in het Chinees aan te knopen. Ondanks mijn vragende blik, het schouderophalen ontstaat er toch een handen en voeten en smartphone-foto gesprekje. Haar geel-zwarte tanden soms bloot lachend om een selfie. Om daarna minuten lang me af te kunnen sluiten en de Britse woorden en beelden van Colin Thubron’s Shadow of the Silk Road op me in te laten werken.

Ondertussen is het landschap iets veranderd. De zwarte, dorre vlaktes worden afgewisseld met rode heuvelruggen. Afgeplat en door de eroderende wind omgevormd tot bizarre, gelaagde, torenvormige gesteentes. Ik begrijp nu helemaal de vergelijking met de Amerikaanse death valley, gemaakt door de Lonely Planet. Dit is niet anders dan een ruige dodenvlakte. Het verbaasd dan ook dat er ineens een willekeurige groep kamelen staat en dan er zowaar hier en daar een autospoor loopt door ogenschijnlijk een opgedroogd kreekje. Op weg naar het oneindige. REM zingt “they’ve put a man on the moon”. Dat hebben de chinezen zeker gedaan. They’ve put a railwaytrack on the moon.

DSC_0560

Met 188 km/u zoeven we al uren, honderden kilometers lang door een zwart maanlandschap. Van Liuyuan naar Turpan. Ik heb afgelopen uren geen plant meer gezien. Een landschap, de zwarte Gobi woestijn, zo dor als droog als alleen een woestijn kan zijn. En zo onvergevingsgezind als de tonen van de Chinese taal. Zo ver als het oog rijkt. Waar onze zijderoute begon vanuit Xi’an langs de gele rivier. Bergen en heuvels aan de diep ingeslepen Gele rivier die het landschap een geel-bruine kleur heeft gegeven. Afgewisseld met het witte stof van een industrieel complex dat een waas voor de zon en op de vegetatie achterlaat. Stukken van afgebrokkelde kleiige Chinese muur, boeddhistische tempels en af en toe een uitkijktoren op een bergrug zijn de oude tekenen van de handelsroute die door deze vallei zijn getrokken. Als je de industrie wegdenkt en het rurale Chinese bestaan aan je voorbij ziet trekken, kan je je bijna inbeelden dat je over diezelfde zijderoute trekt. Steeds dichter het Westland van China in. Urenlang dichterbij onze reisbestemmingen van de zijderoute in China; Kashgar. 

DSC_0675

Dunhuang

In een gure ochtend komen we voor zonsopkomst aan in ons hostel. Het hostel bestaat uit een gebouw met een centrale open binnenplaats. Duidelijk is meteen dat het laag seizoen is, de gasten zijn weg, de kamers zijn uitgeleefd, het behang is gescheurd en de badkamer ziet er uit alsof er in geen 20 jaar iemand heeft gepoetst. Het hostel ligt echter op een erg mooie plek, vlak onder de zandduinen van de Gobi woestijn. Na een power-nap en een lauwe douche pakten we onze spullen om de stad te verkennen, maar deze leek even net zo uitgeleefd en verlaten als ons hostel. Er rolde nog net geen hooibaal voorbij zoals dat gebeurd in de tekenfilms van lucky luke.

We besluiten de woestijn in te trekken, en wel in stijl, namelijk op een kameel! Onze gids mr. Lee loopt zelf voorop. Even wennen aan het gehobbel, maar op een gegeven moment werkt het meditatief dat heen en weer geslinger op een slungelige pluche aanvoelend beest. Onze brave viervoeters brengen ons na een rit dwars door een oneindig grote woestijn-begraafplaatst naar de zingende duinen. Door de duinen komen we in een warme avondzon aan in een duinpan onderaan een tientallen, misschien wel honderden metershoge duintop. Onze kamelen gaan liggen, en we stappen af. Om ons heen is alleen maar zand, we zien niets dan zand en duinen, schaduw en zonlicht dat in het zand weerkaatst. We besluiten de duin te beklimmen, om niet te ver weg te zakken in het zand klauteren we de duin op in een soort van ganzenpas. Onze hartslag stijgt tot een maximum en de kuiten beginnen flink te verzuren, maar het is de moeite waard. Eenmaal aangekomen op de top van een van de hoogste duinen zijn we net op tijd om de zon onder te zien gaan, even zijn we met zijn tweeën alleen op de wereld. De woestijn en de duinen liggen als een warme deken om ons heen en stralen een serene vorm van rust uit, een van de mooiste dingen die ik heb gezien. Nadat de zon is onder gegaan rennen over het puntje van de duin naar beneden en horen dan voor het eerst “the singing sandsmountain”

Nu de zon onder is wordt het al snel kouder, de hosteleigenaar Charley heeft ons inmiddels vergezeld. Met zijn vieren zitten we rond een tafeltje in de rook van de twee vuren verderop. We eten de inmiddels voor ons bekende rood verpakte instant beef noedels en de door Charley verzorgde kip, beef, chili en broodjes en “witte wijn.. 56%!!!!”. Onze keel brand heerlijk van de witte drank en onze buik voelt warm aan.

Tijdens de avond verteld Charley ons dat mr. Lee sinds zijn 16e in Dunhuang woont, hij heeft zijn hele leven lang heen en weer is getrokken door de Gobi woestijn, soms korte trips van een week om voedsel en koopwaar van de ene naar de andere plek te brengen, maar hij maakte ook tochten van een half jaar naar Kashgar. Mr. Lee kent de woestijn op zijn duimpje, volgens Charley weet hij zelfs in de kurkdroge woestijn een plek te vinden waar hij een waterput kan slaan om zijn dieren van drinken te voorzien.

Na een nachtfotografie sessie was het tijd om te gaan slapen. We vreesden voor een koude avond, het had de afgelopen dagen immers ‘s nachts gevroren. Wonderbaarlijk genoeg hadden we in de afgelopen dagen niet zo warm geslapen als in de woestijn. Mr. Lee had die avond twee vuren gestookt, een laag zand over de overgebleven hete kolen verspreid en hierover onze tenten opgezet. In plaats van dat we vernikkelde van de kou werden we ‘s nachts wakker, badend in het zweet zo warm was het! Zelfs de volgende ochtend voelde de grond onder onze tent nog steeds warm aan.

Eenmaal wakker geworden konden we nog even genieten van de absolute stilte om ons heen en de zonsopkomst over de zingende duinen. Een schouwspel waar je je alleen maar nederig in kan voelen. De stilte, het gele woestijnzand en een wit pluisje dat eroverheen waait als enige teken van leven. Met de zonnestralen die met het pluisje spelen en een fijne zilveren glinstering achterlaat. De zon die de vrieskoude zandkorrels onder een warme oranje gloed begint te bedekken. Na een paar bakkies overheerlijke oploskoffie was het tijd om weer terug te gaan naar de bewoonde wereld.

 IMG_4237 DSC_0315 DSC_0188 DSC_0160 IMG_4256

DSC_10058 DSC_9954

De Chinese trein

“In de Chinese treinen wordt gerookt, gerocheld, om het uur gedweild, meisjes geven over in de wasbak vlak naast je, als je door een tunnel rijdt ruikt het intens naar riool, de mensen die voorbij lopen ruiken naar te lang nat gebleven was / natte hond. Zo nu en dan ontstaat er een luidruchtige golf van discussies tussen de Chinese mannen. Iedereen loopt continue heen en weer met glazen potjes en met instant noedels naar de heet water-tap. Er wordt muziek geluisterd en er worden ongegeneerd Chinese actiefilms (met veel geschreeuw en gekrijs ) bekeken zonder dat men de mag meegenieten. Om het uur rijden er karretjes met eten langs. Als je geluk hebt zit je in een trein naast een dikke chinees waardoor je de komende 9 uur op een halve stoel kan zitten. Met meer pech zit je tegenover een rochelende, slurpende, niet erg fris uitziende chinees die je continue ongegeneerd zit aan te gapen. Gelukkig kan het ook anders, dan heb je een prima, doch harde stoel in een niet al te drukke trein, geniet je van de mooie uitzichten van de rotsformaties en de gele rivier in de Gobi woestijn. De conducteur die nagelknipsetjes aan je probeert te verkopen komt bij je zitten en je belandt in een gezellig handen en voeten gesprek, waarin alle omringende medereizigers meegenieten met veel onverstaanbaar chinees, gelach en gekkigheid.

IMG_4077

Turpan

Turpan was ooit een belangrijke oase in het noordelijke gedeelte van de zijde route. Het ligt in een gebied dat ook wel wordt omschreven als de Chinese death valley. Het is een van de laagste plekken in de wereld en de heetste plek van China. Doordat het zo laag is, is hier water voor vruchtbare grond en landbouw.

Direct toen we de trein uit stapten was het alsof we een ander land in stapten. Het Midden-Oosten straalt ons tegemoet. De mannen ogen rauwer, dragen islamitische hoedjes en de dames gesluierd of niet, zijn slanker, hebben amandelvormige ogen en zien er uit alsof ze in Istanbul wonen.

Daar waar in het oosten van China af en toe nog een Engels woord was te bespeuren lezen we nu met name de Arabische en Chinese teksten in het straatbeeld. Op de straten in Turpan worden we begroet, mensen lachen terug, vragen of we een spelletje meespelen wat we graag hadden gedaan mits we de taal hadden begrepen. Kinderen zijn dol op ons lijkt het, ze rennen met ons mee, roepen helloooo hellooo totdat ze onze aandacht hebben.

Op zoek naar de Emin minaret, een gebouw van 44 meter hoog, gebouwd uit modder en klei, lopen we door de Oeigoerse buitenwijken vlak buiten de drukke straten van Turpan. De huizen bestaan hier veelal uit modder, klei en bakstenen. Er zijn geen daken en de deur naar de binnenplaats staat bij bijna iedereen open. Op de binnenplaats is een verhoging te zien met kussens, een tafeltje, en kannen thee, kinderen zijn druk aan het spelen. Op straat wordt brood verkocht en hangen geiten die zijn geslacht. Het is even wennen om zo nieuwsgierig te mogen zijn, maar met een glimlach worden we echter verwelkomd en voel je je geen moment ongemakkelijk in een wijk die zo islamitisch is en zo anders dan dat wat we kennen.

In de stad zelf bestaan de staten uit talloze winkeltjes, zo donker van binnen dat je nauwelijks kan zien wat er wordt verkocht. In de avond bruist het met harde muziek die uit de winkels schelt, vele eetkarretjes met heerlijk Oeigoerenbrood, tussen het drukke verkeer door vinden we een van de vele nightmarkets, een culinair feest met heerlijke kebab, wontonsoep, noodles, alles klaargemaakt in een wolk van rook en sfeervol licht. De mensen die het eten bereiden zijn hartelijk, zien er geleefd uit, als uit een film gestapt. Je wordt vanzelf nieuwsgierig naar hun levensverhaal en geheimen. Iets verderop, weg gestopt achter een straat vol druk verkeer is er een bazar in de echte zin van het woord. Hier is het te doen, hier zijn de mensen, hier lopen de moeders met hun kinderen, hier zijn de schreeuwende de mannen met baarden, de discussies, de ruzies om een stel appels. Hier worden tapijten verkocht, brokken schapenvlees, cd-tjes, groente fruit, en hier komen de typisch Chinese kinderbroekjes zonder kruis vandaan (waardoor we al verschillende blote billen op de straat, op moeders arm, in het zand hebben zien zitten)

IMG_4379

Leon’s verjaardag

Het is Leon zijn verjaardag, 33 alweer. Op de een of andere manier  zijn we op zijn verjaardag vaak op de meest gekke plekken. Deze verjaardag sliepen we in het Turpan hotel nadat we zijn weggevlucht uit een hostel kamer zonder ramen, met haren nagels en troep op de grond. De douches zijn smerig en de gemeenschappelijke ruimte ziet er uit als een zwijnenstal die al jaren niet meer is uitgemest. Het Turpan hotel ziet er daarentegen uit als het grand Budapest hotel, entree in bollywood stijl, overal oosters tapijt op de vloer en boven alles vooral erg uitgestorven, vergane glorie in kwadraat. Ik geloof dat er zon vier van de honderd hotel kamers bezet zal zijn geweest. Maar goed de kamer was schoon en de douche deed het (uiteindelijk) ook. Na een “luxe” verjaardagontbijtje met yoghurt banaan en jus d’orange vertrokken we om onze huurfietsen op te halen. We fietsten die dag naar de Jiaohe ruïnes die zich 10 kilometer ten westen van Turpan bevinden. De rit op onze mountainbikes voerde ons langs de buitenwijken van Turpan richting het gebied waar vee, druiven werden geoogst en gedroogd. Het drogen vind plaats in typische bakstenen droog huisjes die als een dorp tegen de heuvels liggen geplakt. Al fietsend tussen de wijngaarden en verlaten straten komen we per toeval aan op een fantastisch mooi uitzichtpunt. we staan boven aan een rotsformatie en kijken uit op een uitgestrekt gebied vol meanders, schittering van de zon in het water, prachtig groene gewassen, een herder die met zijn schapen aan de overkant van de rivier loopt. Op de een of andere manier lijkt het alsof de tijd hier al duizend jaar heeft stil gestaan. Niets van het land is hier bewerkt door mensen, de mooie tekening van water en wind is als een schilderij terug te zien In het landschap. Aan de andere kant van het dal bevinden zich mooie rotsformaties waar zich de Jiaohe ruïnes bevinden. We fietsen er naar toe en vinden daar een van de best bewaard gebleven overblijfselen van deze 1600 jaar oude stad uit de Han dynastie. Het dorp is ongeveer anderhalve kilometer lang en 500 meter breed en heeft de vorm van een wilgen blad. Het is erg indrukwekkend om bijna helemaal alleen door deze eeuwen oude verlaten en vergane stad te wandelen. De Zuidkant van de stad grenst aan steile kliffen en ook hier heb je weer een prachtig uitzicht. Een heerlijke plek waar we zijn gaan zitten om even te genieten van de zon het uitzicht en de heerlijke stilte die we de afgelopen weken nog maar weinig hebben gehoord.

IMG_4389

Op onze weg terug kopen we onze lunch, een Oeigoeren brood, een stevig rond brood, gebakken in een ronde stenigen met zout en een klein beetje komijn. Precies wat we nodig hadden. Weer onderweg komen we van alles tegen, een veemarkt lijkt iets verderop te zijn begonnen want koeien, geiten en schapen worden wat onhandig in kleine elektrische gammele karretjes over de weg af en aan gevoerd. Een kudde schapen steekt over, misschien wel de schapen die we eerder in de vallei hebben gezien. Er komt een stoet auto’s ,te laadbakken voorbij waarop muzikanten als in een trance continue het zelfde ritme slaan op hun drums, een luxe witte versierde auto rijdt ervoor, het is een bruidsstoet.

Eenmaal terug in Turpan is het tijd voor een goede verjaardag borrel, bier op eens zonnig terras, daar hebben we zin in! Maar hoe hard we ook zoeken, er is nergens een terras te vinden in de stad laat staan een terras met bier. Welkom China, welkom in het moslim gedeelte van dit enorme land. Uiteindelijk belanden we voor een biertje op de nightmarket waar we da vorige avond heerlijk hebben gegeten. Ik nam Leon mee naar een luxe (ogend) restaurant, waar een twintig tal net aangeklede bedienden netjes in een rijtje staan te wachten tot de gasten arriveren. De entree is chique en ik neem Leon mee voor een heerlijk feestmaal dat zich catastrofaal ontwikkeld in een etentje met Heinekenbier, droge steak met zoute saus, sla met twee liter saus eroverheen, noodles die eigenlijk spaghetti zijn, cherry tomaatjes, roze kroepoek, fruitsalade met ingemaakte groene kersen, komkommer en watermeloen, met als klap op de vuurpijl het heerlijke bijgerecht: zoete vanille popcorn. Ik kon wel door de grond zakken. Ik dacht dat de kapot gefrituurde visschotel in Zuid-Afrika het ergste verjaardag diner ooit was.. Maar dit diner nam op zijn minst een gedeelde eerste plaats in. Ik besloot om volgende maand, 25 november het nog maar een keer te proberen en Leon z’n verjaardag opnieuw te vieren.

DSC_0556

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s